Schoenadvies/loopschoenadvies

Schoenadvies/loopschoenadvies

  • - Je schoenen moeten de juiste maat hebben en dit zowel in de lengte als in de breedte. Voorzie ook voldoende hoogte voor de tenen.
  • - Je schoenen moeten buigen op de juiste plaats: enkel en alleen ter hoogte van de tenen. Het is niet goed als de schoenen over de hele zool, voor of achter de tenen plooien. Je voet moet de mogelijkheid hebben om normaal te kunnen afrollen.
  • - De schoen is best achteraan gesloten, bij open schoenen en slippers moeten te tenen te hard werken om de schoen aan te houden.
  • - Een nauwelijks tot niet indrukbare hielomsluiting/contrefort met goede pasvorm rond de hiel.
  • - Geen torsie toelaten van de schoen in de lengterichting: je mag je schoen niet kunnen uitwringen als een dweil.
  • - Bij voorkeur een aanpasbare sluiting: veters of klittenband. Dat is gemakkelijk als je voeten wat zwellen.
  • - Strik steeds je veters: anders valt je schoen van je voet en ondervindt de voet geen enkele stabiliteit van de schoen.
  • - Hakhoogte bij voorkeur max. 3 cm. Hogere hakken geven vaker last in de knieën en de lage rug tot zelfs in de schouders en nek.
  • - Draag je op maat gemaakte zolen? Je voet wordt niet langer bij het dragen van op maat gemaakte zolen. Voorzie zeker voldoende plaats in je schoen. Een schoen met uitneembare binnenzool is ideaal, zo creëer je meer diepte binnenin de schoen.
  • - Doe je aan sport? Zorg dan voor een aangepaste sportschoen: een loopschoen om te lopen, een tennisschoen om te tennissen, een voetbalschoen om te voetballen...